De vriendschappen in mijn leven
Eerste vriendschappen.
De eerste vriendschap in mijn leven ontstond op mijn “speelschooltje” (een vorm van peuterspeelzaal, op Curaçao). Mijn eerste bestie, zoals ze het tegenwoordig noemen. Ze kwam op verjaardagen en ik speelde het meest met haar op de speelschool.
Na twee jaar ging ik naar de basisschool. Mijn tweede bestie-vriendschap ontstond daar. Mijn bestie tot en met de derde klas, groep 5 hier. Zij kwam ook op verjaardagen, we hadden playdates bij elkaar thuis. Na mijn verhuizing naar Nederland, verwaterde de vriendschap. In het begin schreven we brieven, maar dan neemt het nieuwe leven en nieuwe vriendschappen dit over.
Toch hebben we door social media weer contact gekregen. Zo hebben we nog een beetje een kijk in elkaars leven.
Verschillende soorten vriendschappen.
Ik denk dat vanaf de basisschooltijd de verschillende soorten vriendschappen ontstonden. De bestie, nichtjes en neefjes die je veel ziet, dat ene vriendinnetje voor wanneer je bestie ziek is of afwezig is op school, de ik-ga-met-je-om-om-je-nieuwe-speelgoed vriendin en ga zo maar door. De eerste groepjes beginnen te vormen.
Eenmaal in Nederland verbleven we eerst bij familie. Ik ging naar dezelfde school als mijn nichtje en zat bij haar in de klas. Het familie-vriendinnetje. Zij had al haar vriendschappen en ik sloot mij aan bij haar vriendschapgroepjes. Soms voel je je dan een buitenstaander, het derde wiel. Ze hebben al namelijk een geschiedenis met inside-jokes. En daar sta je dan schaapachtig bij.
Na een half jaar, verhuisden we weer.
Weer een nieuwe woonplaats. Een nieuw huis en dus weer een nieuwe school. Als ik het zo achteraf bekijk, denk ik soms bij mijzelf, hoe heb ik mij elke keer toch staande weten te houden qua vriendschappen. Op mijn huidige leeftijd lijkt het me zo vermoeiend om elke keer weer interesse te tonen in nieuwe mensen. Weer op zoek te gaan naar nieuwe mensen die bij jou passen.
Op mijn nieuwe school maakte ik ook al snel vriendinnen en kennissen. Ik noem ze maar kennissen. Het waren twee meiden die mij wegwijs moesten maken op school. Alleen, ze waren niet echt mijn types. De één was een meeloper en de ander was just too much.
Mijn eerste friendship failure.
Ja, ook die moest er een keer van komen. Die ene vriendschap waar je in eerste instantie zo blij mee bent. Want tja, nieuwe stad, nieuwe school. Weer in een klas die al een tijdje samen waren. Waar er al allerlei groepjes bestonden. Probeer daar maar eens tussen te komen. Daarbij kwam ik ook nog eens midden in het schooljaar.
Gelukkig zij wilde wel graag vriendinnen worden. Al snel kwamen we bij elkaar thuis. Meestal na schooltijd en het was op zich best gezellig. Achteraf gezien was ze erg bazig en deden we altijd wat zij wilde, maar op dat moment zag ik dat niet zo.
Mijn vader leefde toen nog en ging elke week wel naar Utrecht, naar familie. Hij liet dan meestal geld voor mij achter en dan kon ik iets lekkers in het centrum halen tussen de middag. Zij kreeg dit al snel door en wilde dan meestal tussen de middag wel bij me eten, zodat ik niet alleen was. De grap is dat ze dan niet vroeg of ik bij haar kwam. Nee, juist bij mij, leeg huis en iets lekkers. Mijn vader was niet zo moeilijk en liet dan vaak iets meer geld achter.
Met haar heb ik ook mijn eerste “stiekems” gedaan. Ze wilde naar een strandje. Dat was zeker 25 minuten fietsen van ons huis. Van mijn vader mocht ik niet zo ver, maar ik vertelde dat we gewoon in de buurt gingen fiets. Hond in de mand en daar gingen we. Achteraf was het niet eens zo leuk.
Tot ik wat meer bevriend raakte met andere meiden in de klas. Eens in de zoveel weken, veranderde de juf de plekken in de klas en kwam je in een ander groepje te zitten. Zo raak je weer met anderen aan de praat, moet je samenwerken en leer je elkaar kennen. De vriendschap met haar veranderde, ze werd kattig, wilde me claimen. Daar was ik al snel klaar mee.
Andere raakvlakken en interesses.
Ik merkte dat ik steeds meer trok naar kinderen met een Surinaamse achtergrond. Waarom weet ik eigenlijk niet. Het voelde gewoon goed. Waarschijnlijk door raakvlakken in de opvoeding. Zo ontstonden er vriendschappen op basis van culturele achtergronden. Je wordt ouder en begint dat soort aspecten belangrijker te vinden. In groep 7 kwam er een nieuw meisje in de klas. Ook verhuist vanuit een andere stad. Dat was een gezamenlijke raakvlak. Daarbij woonden we allebei in een appartement in het centrum. Al heel snel raakten we goed bevriend, nieuwe besties. Ze was vaak bij mij en ik bij haar. We sliepen vaak bij elkaar. Zij was dan ook het eerste vriendinnetje waarbij ik was blijven slapen en die bij mij was blijven slapen.
Hormonen.
Ja, ook die gaven een stempel op vriendschappen. De een gaat daar wat sneller in dan een ander. Interesses veranderen daardoor, waardoor vriendschappen ook veranderen. Waar ik nog graag met barbies speelde, hadden andere meiden het al over verliefd zijn en verkering krijgen. Ik vond dat allemaal erg interessant, maar zover was ik ook niet. De eerste vormen van roddelen ontstonden. Wat kunnen wij vrouwen daar vanaf jongs af aan toch lelijk in zijn. Zou haast denken dat het in ons DNA-structuur zit.
De middelbare school en puberteit.
Populair was ik niet. Ook geen nerd, alto, punker, gothic. Ik was vooral verdwaald en de weg kwijt. Het meisje dat net haar vader in zomer had verloren en nu op zo een nieuwe grote school met weet ik veel hoeveel leerlingen. Heel veel gezichten, vele vriendschappen, fake en echte. Rug recht en doorgaan. Gelukkig wel met een vriendinnetje van de basisschool in de klas. Dit gaf toch wel een houvast. Heel snel zie je groepjes vormen in de klas. Ik was vooral die “hey-heb-je-een-pen-voor-mij”-, “weet-jij-het-huiswerk”-, “hoe-heet-die-ene-vriendin-van-jou”-type. Wat was ik onzeker.
Wonder boven wonder maakte ik toch weer nieuwe vrienden, die ik na twee jaar weer kon inleveren, want ik ging als één van de weinigen naar de HAVO. In ieder geval van mijn echte vriendinnen. Tuurlijk gingen er ook anderen mee, maar dat waren klasgenoten.
Buurtvrienden
Tijdens mijn laatste drie jaar op de middelbare school raakte ging ik vooral om met kinderen uit mijn buurt. Vooral in de vakanties waren we veel samen. We waren al een tijdje terug verhuisd, maar pas rond deze tijd raakte ik bevriend met kinderen uit de buurt. Zo daar ook mijn eerste echte grote verliefdheden. Mijn nieuwe bestie, al was ze twee jaar jonger en mijn eerste echte vriendje.
Zij voelde voor mij als dat jonge zusje die ik altijd wilde. We waren close. Allebei van Antilliaanse kom-af. Allebei alleen onze moeder. Zaten op dezelfde school en hadden veel raakvlakken op het gebied van muziek, kleding, tv en film. Dachten over veel hetzelfde. Mijn zusje-bestie.
Met een vriendje in mijn leven, merkte ik dat vriendschappen naar de achtergrond verdwenen. Het grappige was dat de twee meiden waarmee ik het hechtst was ook een vriendje hadden, waardoor het ons niet eens opviel. Met mijn beste vriendin en haar vriend kon ik gewoon chillen met mijn vriendje, met de ander ging dat niet, alleen als zij zonder vriend was.
De waarheid zeggen.
Soms denk je dat je doordat je al zo lang bevriend bent alles kunt zeggen. Helaas gaat dit niet altijd op. De waarheid is soms hard en de ander is daar niet altijd klaar voor. Dit kan een grote druk op je vriendschap zetten en ook de vriendschap (voorlopig) breken.
Zo kwam ik in een nieuwe groep vriendinnen terecht. Met mijn bestie, wij allemaal weer vrijgezel. Het was een een leuk groepje, maar er was veel jaloezie. Als je niet als groep in zijn geheel iets deed, kreeg je al snel scheve blikken en of opmerkingen. Niet rechtstreeks natuurlijk, daar zijn wij vrouwen goed in. Achteraf best wel energieslurpend, hoewel het me wel door mijn grootste liefdesverdriet heen heeft gekregen.
Tot ik wat anders wilde met mijn leven.
Ik studeerde en werkte, ik wilde wat serieuzer, ik wilde niet meer uitgaan, ik wilde gaan werken aan mijn grootste wens. Dit gaf de anderen reden tot een interventie. Want zoals ik bezig was, was niet goed. Het werd zwart voor mijn ogen en toen ik ze voor mijn gevoel weer opendeed, was iedereen weg. Mijn moeder had ze weggestuurd.
Andere soort vriendschappen.
Ik was nu moederziel alleen. Nee hoor grapje. Al had ik op dat moment naar mijn gevoel niemand meer. Er gebeurde zoveel op dat moment. Ik was 22, vrijgezel, maar wilde graag gaan werken aan het krijgen van een eigen gezin. Daarnaast wist ik net dat mijn vader niet mijn vader was en had daar nog geen plek aan gegeven. Ik studeerde en werkte. Nu kwam erbij dat ik geen vriendschappen meer had. Wat een puinhoop.
Via een oproep online raakte ik in gesprek met dames in de buurt. Een alleenstaande moeder en een ander jonge moeder. Het was leuk om hele andere type gesprekken te hebben, en het voelde allemaal zo luchtig. Door mijn werk in de kinderopvang en het feit dat ik graag moeder wilde worden, klikte het.
Niet veel later kreeg ik een relatie met degene die uiteindelijk de vader van mijn kinderen zou worden. Hij had al een dochter en we deden dan dingen met de kinderen. Dit vond ik zo fijn.
Toch miste ik iets.
Hierdoor zocht ik toch weer oude vriendschappen op. Er was zoveel gezegd en gedaan in tussentijd, we waren ouder en wijzer, toch? Gelukkig stond ze er ook voor open. Met zoveel geschiedenis samen voelde het raar om niet meer in elkaars leven te zijn. Ik hielp haar in haar nieuwe huisje te settelen en beetje bij beetje groeiden we weer naar elkaar toe. We maakten onze zwangerschappen mee en de eerste jaartjes van onze kids. Toch verwaterde alles weer een beetje. Met af en toe contact. Wat denk ik helemaal niet zo erg is. Ik geloof dat ze heel goed weet, dat al er iets is, wat dan ook, dat ik er altijd voor haar zou zijn. Al bellen we elkaars telefoon niet meer plat en staan we niet elke dag bij elkaar op de stoep. Onze geschiedenis en herinneringen zal ons altijd verbinden.
De verzoening tussen mij en mijn zusje-bestie liet wat langer op zich wachten.
Toch miste ik haar enorm. Maar ken je dat, dat je te koppig bent om dit toe te geven? Via een ander kwamen we elkaar dan wel tegen. En uiteindelijk heb ik de stoute schoenen aangetrokken en haar een mailtje gestuurd. Ze stond er eerste niet echt open voor.
Toen haar oma overleed, waren mijn moeder en ik naar de uitvaart. Daar vonden we elkaar weer, al was het voor die ene dag. Ik heb haar hand vastgehouden en zij de mijne. Zij huilde, ik huilde. We haalden herinneringen omhoog van haar oma. We lachten, we huilden weer.
Toch leidde dit niet gelijk tot weer een band. We mailden wat heen en weer. Tot onze beide dochters bij dezelfde dansschool bleken te dansen. We raakten weer aan de praat. En zo raar, het was gelijk als vroeger. Na een poos kwam ze bij mij thuis. Onze dochters klikten en wij, wij voelden als vroeger. Met toch wel een randje awkwardness. We spraken dit uit, vergaven elkaar, vergaven onszelf en groeien langzaam weer naar elkaar toe.
De huidige stand.
Na veel groeien, zoeken, leren en vooral voor mezelf kijken wat ik belangrijk vind in vriendschappen heb ik nu mijn groepje.
De vriendschappen in mijn leven hebben vele transformaties gehad. Nu ben ik zeer tevreden met mijn momsquad, mijn nieuwe-zusje-bestie, mijn buufie (ondanks dat ze technisch gezien niet meer mijn buufie is), mijn oude-zusje-bestie, mijn worksquad.
En…
mijn moeder. Want als al die anderen er even niet zijn. Is zij er altijd.